Hoe praat ik met mijn kind over gevoelens?

Praten over gevoelens

“Zou je willen vertellen wat er in jouw hoofd omgaat?” En toen viel het stil.

Veel kinderen vinden het moeilijk om hun gevoelens te uiten of erover te praten. Hoe zorg je ervoor dat je kinderen over hun ideeën praten? Hoe kom je erachter wat je kind dwarszit?

Door over gevoelens te praten, wordt de band tussen jou als ouder en je kind sterker. Praten zorgt ervoor dat je kind zich gehoord en begrepen voelt. Dit heeft als gevolg dat je kind eerder op je af zal stappen als hij/zij problemen ervaart. Voor jou als ouder is het dan gemakkelijker om hierin te bemiddelen/helpen.

Niet onbelangrijk, zo makkelijk als dat het hier boven beschreven staat zit het niet in elkaar, want praten over gevoelens is nou eenmaal ingewikkeld. Kinderen op de kleuterschool praten vaak nog gemakkelijk over dingen die hen dwars zitten. Ze zijn zich minder bewust van de omgeving. Zodra kinderen naar de basisschool gaan, neemt het openstellen en vertellen vaak af. Dit wordt minder. Als ouder wil je maar al te graag weten wat er in je kind omgaat, zeker als je kind op de basisschool zit en de tijd die je samen spendeert minder is dan voorheen. 

5 tips

Hieronder deel ik vijf tips, die je zullen helpen om als ouder beter met je kind te kunnen praten over gevoelens.

Tip 1: Begin je open vragen met ‘wat’ of ‘hoe’

De formulering van je vraag is erg belangrijk. Dit is zo belangrijk omdat het het verloop van het gesprek grotendeels bepaald. Probeer open vragen te stellen en belangstelling te tonen. Zodra er antwoord gegeven wordt, wees hier dan ook echt geïnteresseerd in en vraag hierop door. Zorg er absoluut voor dat je je eigen oordelen en eventuele beschuldigingen achterwege laat, dit kan ervoor zorgen dat je kind zich afsluit. Een vraag beginnen met ‘waarom’? Vergeet het maar, dit werkt niet. In het woord ‘waarom’ zit namelijk een beschuldiging verstopt. “Waarom ben je verdrietig?” Alsof het raar is dat je verdrietig bent. Kinderen zijn hier heel gevoelig voor. Ze klappen dicht of worden opstandig. Begin in plaats daarvan je vraag met ‘hoe’ of ‘wat’. “Wat is er aan de hand?”, “Hoe is dat gebeurd?”, “Hoe wil je dat anders doen een volgende keer?”, “Wat vind jij daarvan?”.

Tip 2: Oren open en luisteren maar

Ik denk dat deze tip vanzelfsprekend, maar misschien wel de allerbelangrijkste is. Als je kind zich openstelt en begint met vertellen, is het enorm belangrijk dat je je kind laat uitpraten en goed luistert naar wat er precies gezegd wordt. Je kunt hier bijvoorbeeld gebruik maken van LSD: Luisteren, samenvatten en doorvragen. Door het antwoord even kort samen te vatten en door te vragen, check je of je het goed begrepen hebt en laat je zien dat je goed geluisterd hebt. Ook zou je kunnen parafraseren, soms helpt het om belangrijke dingen even kort te herhalen en kort een check te doen of dit is wat je kind bedoeld. Let tijdens het luisteren ook op je non-verbale communicatie, neem een open houding aan en laat zien dat je begrip toont door bijvoorbeeld te knikken en oogcontact te maken. 

Tip 3: Zorg dat je beschikbaar bent

De kans is groot dat kinderen dicht klappen zodra ze onder druk gezet worden. Hoe prettiger ze zich bij je voelen, hoe eerder ze zullen beginnen met praten en openstellen. Ouders die een goede band hebben met hun kind, zijn vaak beschikbaar en bereid om te praten als hun kind hier behoefte aan heeft. Dit gaat om het beschikbaar zijn voor je kind op de juiste momenten. Dit kan bijvoorbeeld op een raar tijdstip ’s nachts zijn of als je net op het punt staat om boodschappen te gaan halen. Ook op momenten dat je eigenlijk niet beschikbaar bent, stel jezelf beschikbaar open en leg wat je op dat moment te doen staat even op zij.

Tip 4: Houd je verwachtingen realistisch
Over gevoelens praten is ingewikkeld. Niet alle kinderen kunnen wat ze voelen even goed omzetten in woorden. De eerste stap is het her- en erkennen van gevoelens bij jezelf en vervolgens dien je er woorden aan te kunnen geven. Alsof dit nog niet lastig genoeg was, als laatste deze woorden uitspreken naar iemand anders toe. Misschien herken je van jezelf, dat dit niet altijd even makkelijk gaat, ongeacht de leeftijd. Veel volwassenen vinden dit nog steeds moeilijk, voor een kind kan dit soms dus nog lastiger zijn. Blijf dus realistisch naar jezelf en naar je kind toe. Stel de verwachtingen niet te hoog. Als je niks verwacht en het gebeurd toch, kan het alleen maar meevallen. 

Tip 5: Houd je bezig met waar je kind zich mee bezig houdt

De belevingswereld van een kind is compleet anders dan die van volwassenen. Als ouder zou je het misschien graag willen hebben over of het huiswerk al af is of hoe het contact is met vrienden en vriendinnen. Veel kinderen zijn vaak met andere dingen bezig en voelen dan ook niet de behoefte om hier (lang) met jou over in gesprek te gaan. Sluit je aan en leef je als ouder in in de belevingswereld van je kind, praat regelmatig over onderwerpen die je kind interessant vindt. Denk hierbij aan gamen. Door hierin mee te gaan en ook over dat soort onderwerpen het gesprek met je kind aan te gaan, laat je zien dat het verhaal wat ze vertellen goed ontvangen wordt en belangrijk is. Naarmate het gesprek vordert komen kinderen vaak met een gespreksopening voor een nieuw onderwerp.